maandag 28 augustus 2006

Niet buiten buiten roken kunnen




Het deksel is van de beerput: op nltaal.blog.nl staat een oproep tot het insturen van zinsbouwgrapjes, zoals ikzelf al behandel in deze log. Nu is er vast geen houden meer aan, en komt de langgekoesterde droom van Liesbeth Koenen uit: een behoorlijke verzameling van grammaticaal interessante grappen.


Taalblogger Ben Schattenberg geeft alvast een voorzet met het grappig bedoelde opschrift Als u niet buiten roken kunt, kunt u buiten roken. Goed gevonden, maar wat is er grammaticaal nou zo aardig? Is het alleen maar het dubbelzinnige woordje buiten, of zit er meer achter?


De meeste woorden hebben meer dan één betekenis. Toch is de dubbelzinnigheid van buiten bijzonder, omdat de twee betekenissen ook grammaticaal verschillen. Als je buiten opvat in de betekenis "in de buitenlucht", dan is het een bijwoord, en anders is het een voorzetsel. Een voorzetsel? Jazeker!


Voorzetsels kun je combineren met een woordgroep met een zelfstandig naamwoord: in de tuin, over de brug, aan het werk. Maar roken is toch een werkwoord? Ja, dat is wel zo, maar je kunt het ook, zoals dat heet, zelfstandig gebruiken (zeg maar als "het roken"). In plaats van Ik kan niet buiten roken (in de betekenis dat je verslaafd bent aan roken), kun je ook zeggen: Ik kan niet buiten sigaretten. Dat is dezelfde constructie.


Heb je het over buiten roken in de betekenis "in de buitenlucht roken", dan is buiten een bijwoord, net zoals bijvoorbeeld hier. Het gedeelte ...kunt u buiten roken zit hetzelfde in elkaar als ...kunt u hier roken.


Het is bijna ondoenlijk om deze grap te vertellen, want in een normale uitspraak verdwijnt de dubbelzinnigheid. In de lezing van buiten als voorzetsel vervalt de klemtoon daarop, en krijgt roken extra nadruk. In de andere lezing worden beide woorden benadrukt (al krijgt misschien juist roken minder accent). Als je zegt: Kunt u niet buiten ROKEN, dan kunt u BUITEN roken, dan valt de hele grap niemand meer op.


Waarom wérkt dit grapje, al is het dan alleen schriftelijk? Waarschijnlijk omdat je in de verbinding buiten roken geneigd bent om buiten als een bijwoord op te vatten (roken doe je, zeker tegenwoordig, meestal buiten). In ieder geval zul je de neiging hebben om beide voorkomens van buiten roken hetzelfde op te vatten. Dus buiten beide keren als bijwoord, of buiten beide keren als voorzetsel. Dat levert in alle gevallen een tegenstrijdigheid op, waardoor je je eigen interpretatie moet gaan herstellen. Dat geeft een milde stress, en lachen lucht dan op.

2 opmerkingen: