donderdag 27 september 2012

De taalprof treft geen blaam



Gisteren was de taalprof weer eens actief op Twitter (volg hem!). Hij reageerde op een tweet van Onze Taal, die luidde: Lastig: 'Treft traditionele media blaam?' is een vreemde woordvolgorde. 'Blaam treffen' leent zich slecht voor vraagzin. Hierop reageerde de taalprof met: Met een voornaamwoord als voorwerp klinkt het een stuk beter: Treft jou blaam? Treft mij blaam? Treft hen blaam?

@onzetaal nuanceerde de oorspronkelijke bewering meteen met de opmerking dat het in elk geval met een "nominatief lijdend voorwerp" gek was (bedoeld is: een lijdend voorwerp met een zelfstandig naamwoord als kern), en verschillende twitteraars (onder andere @taaljournalist) merkten op dat het misschien lag aan het feit dat blaam treffen ouderwets of weinig frequent is.

Allemaal niet zo heel bijzonder. Een gewone dag in het leven van een taalprof. Tot de volgende vraag hem als een vuistslag in het gezicht trof: blaam treffen? Wat is dat eigenlijk voor een woordgroep?



Uitdrukkingen worden vaak aangeduid door het hele werkwoord te nemen (de infinitief), en daar de verplichte onderdelen bij te voegen (een blauwtje lopen, voor het blok staan). Als er variabele onderdelen bij horen, dan geef je die meestal weer als iemand of iets, eventueel met voorzetsel: iemand een poets pakken, aan iets het land hebben). Altijd betreft het werkwoorden met voorwerpen en bepalingen. Maar zo niet bij blaam treffen.

Bij blaam treffen is blaam helemaal geen voorwerp. Het is het onderwerp. Als jou blaam treft, dan is jou het voorwerp, en blaam is het onderwerp. Dat komt omdat de uitdrukking is afgeleid van het normale werkwoord treffen. En als jou bijvoorbeeld drie pijlen treffen, dan staat treffen in het meervoud omdat drie pijlen het onderwerp is.

Dus eigenlijk kun je dat zo niet goed als uitdrukking aanduiden, blaam treffen. Zet er maar eens het variabele voorwerp bij: iemand blaam treffen, dat klinkt voor geen meter, want het is niet het werkwoord met zijn voorwerpen. Maar toch gebruikt @onzetaal blaam treffen om de uitdrukking aan te duiden, en dit valt je pas op als je het ziet, om met Johan Cruijff te spreken. Wat betekent dit?

Volgens mij betekent het feit dat blaam treffen iets natuurlijks heeft, dat je geneigd bent om blaam treffen als werkwoordelijke uitdrukking te zien, en dus blaam als een voorwerp. Je weet wel dat het dit niet is, want iemand blaam treffen, dus met iemand erbij, daar verzet je taalgevoel zich nog tegen, maar er is hier iets aan het gebeuren.

Als je geneigd bent om blaam treffen als een werkwoordelijke uitdrukking te zien, wat moet dan de betekenis zijn? Dat is niet zo moeilijk. Die is iets als "de schuld krijgen." Maar bij die betekenis past een onderwerp. Dus is de volgende stap dat je geneigd raakt om in Iemand treft geen blaam het zinsdeel iemand als het onderwerp te zien. Dit wordt natuurlijk bevorderd door de voorkeur voor een mens als onderwerp en een zaak als voorwerp (en niet zoals hier andersom), en het feit dat iemand bij voorkeur voorop staat (al kan dit ook een gevolg zijn van die betekenis.)

Misschien zit er zelfs nog een stap tussen. Toen de taalprof terugtwitterde, aarzelde hij even bij Treft hen geen blaam? Hij vroeg zich een fractie van een seconde af (nou ja, misschien iets langer): Moet dat geen hun zijn? Is het voorwerp hier geen meewerkend voorwerp? Daar zijn niet echt harde argumenten voor (er is geen enkel voorzetsel aan, voor of bij dat erbij past), maar de betekenis suggereert wel zoiets: het betreft immers de ontvangende partij in een communicatie. Dat zijn vaak meewerkende voorwerpen (iemand iets vertellen, iemand iets verzoeken
iemand iets duidelijk maken), hoewel dat lang niet altijd het geval is (iemand spreken, iemand uitnodigen, iemand begroeten). En vooral als je blaam treffen gaat zien als de schuld geven (waar het ook wel iets van weg heeft), dan komt het meewerkend voorwerp gevaarlijk dicht in de buurt: in iemand de schuld geven is iemand meewerkend voorwerp.

Dus misschien verloopt het zó: bij iemand treft geen blaam heb je een constructie waarbij twee ontwikkelingen samenspannen: de verstening van de combinatie blaam met treffen duwt de interpretatie in de richting van een werkwoordelijke uitdrukking (iemand) blaam treffen, waarbij iemand meewerkend voorwerp wordt. Vervolgens bevordert het feit dat je dan een menselijk en een niet-menselijk voorwerp hebt de volgorde iemand - blaam, waardoor de interpretatie van iemand als onderwerp zich opdringt. Dan hou je een werkwoordelijke uitdrukking blaam treffen over.

De betekenis speelt bij dit alles een verraderlijke rol: die voegt zich eigenlijk naar elke syntactische ontleding die om andere redenen gewenst is. Iemand als lijdend voorwerp? Prima, het betreft immers het slachtoffer van de blaam die een persoon treft. Meewerkend voorwerp? Ook goed: iemand is toch de ontvangende partij in een communicatie? Onderwerp? Geen probleem: die iemand, die krijgt toch iets? Zo kun je met de betekenis lekker alle kanten op. Maar het voorbeeld toont ook aan: betekenis is geen fijne basis voor ontleding.

1 opmerking:

  1. En zo zie je maar weer dat het kunstmatige onderscheid: 'hen' voor lijdend voorwerp en na voorzetsel en 'hun' voor meewerkend voorwerp, ook in dit geval onzinnig is.

    BeantwoordenVerwijderen