vrijdag 26 oktober 2012

Te leuk om te laten liggen



Vandaag zag de taalprof op Facebook (ja daar zit hij ook al) een advertentie van de firma Samsung, waarin een robotstofzuiger werd aangeprezen. De tekst eindigde met de -ongetwijfeld ironisch bedoelde- zin Of vind je stofzuigen veel te leuk om zelf te doen? En toen moest de taalprof ineens heel erg hoesten.

De bedoeling van het zinnetje is duidelijk: stofzuigen vind je eigenlijk niet zo leuk dat je het zelf wilt doen. Maar staat dat er wel? Immers, de zin had ook kunnen luiden Of vind je stofzuigen veel te leuk om het aan een robot over te laten? Dan was de bedoeling hetzelfde geweest, maar zelf doen en aan een robot overlaten is precies elkaars tegengestelde. Hoe kan dat?

woensdag 17 oktober 2012

De taalprof biecht op


Ik zal het maar eerlijk vertellen. Ja, ik schaam me er eigenlijk een beetje voor, want het is niet iets waar je als taalprof erg trots op bent. Maar eerlijk duurt het langst, en de leugen is lang niet zo snel als de waarheid naar het schijnt, dus de aap moet op den duur toch uit de mouw komen en dan heb je het gedonder in de glazen en moet je op de blaren zitten. Dus beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, het hart op de tong en het hoge woord eruit: ik vond het heerlijk.

zondag 14 oktober 2012

Een vergeten taalregel


De taalkundige Marc van Oostendorp schrijft vandaag in zijn dagelijkse column op Neder-L een interessante wedstrijd uit: verzin een gloednieuwe taalregel die er betrouwbaar en gedegen uit ziet, en die taalgebruikers ineens heel onzeker maakt.
De taalprof heeft natuurlijk wel iets beters te doen dan taalregels verzinnen om taalgebruikers onzeker te maken. Als hij al eens verwarring sticht dan is het uit didactische motieven, om de taalgebruikers te stimuleren na te denken over de taalvorm.

Liever dan mee te dingen in dergelijke frivole spelletjes naar prijzen die iedereen toch al in huis moet hebben vestigt de taalprof dan ook de aandacht op een vergeten taalregel: een regel die wel degelijk bestaat, maar die je vreemd genoeg in geen enkel taaladvieswerk meer tegenkomt.

dinsdag 9 oktober 2012

Gratis les u aangeboden door de taalprof


In het schoolvak Nederlands gaat het vaak om het aanleren van een correcte spelling, maar soms vinden leraren het benoemen van de woordsoorten ook belangrijk. Zijn die twee te combineren? Soms wel, en heus niet alleen maar bij de werkwoordsvormen.

Gisteren had de taalprof het over de didactiek van de benoeming van het bezittelijk voornaamwoord. In het stukje ging het met name om het woordje haar, dat zowel een persoonlijk voornaamwoord als een bezittelijk voornaamwoord kan zijn. Vannacht werd de taalprof zwetend wakker toen hem te binnen schoot dat hij daarover al eens eerder (lang geleden) een grapje had gemaakt.

Humor doet het altijd goed in de klas, dus waarom zou je daar geen gebruik van maken? Daarom verzon de taalprof een stukje les rond het verschil tussen bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord, en een actueel spellingprobleem.

maandag 8 oktober 2012

Samen voor ons eigen

Vandaag zat de taalprof zowaar in een didactische discussie met een aanstaande docent Nederlands, die opmerkte dat zijn leerlingen in een woordgroep als die cd van haar het woord haar als een bezittelijk voornaamwoord zagen. Ja, dan heb je wel de didactiek dat je kunt zeggen dat je de vrouwelijke vorm door de mannelijke vorm moet vervangen, en dan krijg je die cd van hem en niet die cd van zijn, maar is dat niet gewoon een trucje? Zo'n leerling denkt dan "Okee hoor, wat jij wil," en past, als hij er bij de overhoring aan denkt, braaf het ezelsbruggetje toe, hooguit verbaasd over waar die taalkundigen zich allemaal druk over kunnen maken.

Nou is er natuurlijk principieel niet zoveel mis met die omzetting, want die brengt inderdaad de ware aard van het voornaamwoord aan het licht, maar toch heeft het iets onbevredigends. Wat kan dat zijn?

zondag 7 oktober 2012

Bij de dokter



Gisteren stond er op het nieuwe weblog van de taalprof een stukje dialoog, waar voor veel mensen geen touw aan vast te knopen zal zijn geweest. Het betrof een of andere spraakverwarring tussen een winkelbediende en een klant, en het ging over voornaamwoorden en woordgeslacht. Maar het was zo absurd, dat lezers zich zullen hebben afgevraagd wat de taalprof hier in vredesnaam mee wilde zeggen.

Dat kwam, de aanleiding stond er niet bij.

zaterdag 6 oktober 2012

In de fotozaak

"Goeiedag"
"Goedemorgen meneer. Wat kan ik voor u doen?"
"Ik heb gisteren hier dit fototoestel gekocht"
"Aha, laat eens zien. En wat is daarmee aan de hand?"
"Nou, ik had 'm in de doos gelaten omdat het een cadeautje was, en toen pakte ze het uit en toen deed hij het meteen al niet."
"Pardon meneer, u bedoelt het."