vrijdag 4 juni 2010

Geen haat aan de grammatica



Sinds de taalprof ook wel eens twittert, ziet hij regelmatig tweets voorbijkomen die beginnen met Haat aan: haat aan school, haat aan stage verslag, haat aan de NS, haat aan kappers, tot aan haat aan me leven. Gelukkig nog geen haat aan grammatica of haat aan ontleden, maar wel nog dikke haat aan nederlands (en duits). En meer uitgebreid komt het ook voor in ik heb haat aan (knappe mensen, me beugel, mevrouw de vries, etc), en in ik krijg echt een haat aan sommige mensen.


Eerlijk gezegd dacht de taalprof dat dit een nieuwe uitdrukking was, want hij had dat zo nog nooit gehoord. Wel een hekel hebben aan iemand, of een verzengende haat jegens (of tegen) iemand, maar haat hebben aan iemand, dat was de taalprof onbekend. Maar wat blijkt? Het is al heel oud.

De bekende schrijver Victor van Vriesland heeft het in 1958 al over haat aan de vrijen (als een van de kenmerken van een socialist), en in een tijdschrift uit 1918 staat de zin: de auteur heeft een prijzenswaardigen haat aan den oorlog, dus zelfs met het werkwoord hebben erbij.


Ook gedurende de hele negentiende eeuw komt het voor. Marcellus Emants, 1879: Hij had een waren haat aan nutteloos gebabbel over godsdienstquaesties, en in een lied uit 1823: Dáár zweer ik haat aan 's lands tirannen. En dan legde in 1797 de Franse bezetter de bevolking ook nog eens de eed van haat aan het koningschap op (die door velen werd verworpen).


Gek genoeg staat dat haat aan iemand niet in het WNT. Daar wordt alleen gesproken over haat jegens, tegen, op iemand dragen, hebben, koesteren, voeden. En je kunt iemand haat dragen of toedragen, wat me een geval van meewerkend voorwerp lijkt. Maar blijkens de voorbeelden was haat aan iemand ten tijde van het WNT al wel gebruikelijk.


Haat hebben (dus zonder aan) is nog ouder. Dat vind je al in de dertiende eeuw, veel verder kun je niet terug in het Nederlands. Mooi voorbeeld: Hine hadde te hem ghene ate, dat in West-Vlaanderen in 1285 opgetekend is. Ook daar zie je al een soort van voorwerp te hem, dat sterk lijkt op een meewerkend voorwerp (in elk geval qua betekenis en naamval).


Het lijkt er dus op dat die constructie haat hebben aan iemand zo'n beetje onder de oppervlakte van het Nederlands al eeuwen bestaat. Niet gesignaleerd door de woordenboeken, maar wel zichtbaar in de taal van gevestigde schrijvers (Emants, Van Vrieskland). En nu dus in de twittergemeenschap.


En, taalprof, hoe moeten we dat dan ontleden (gesteld dat we dat zouden willen)? Wel, er zijn vier mogelijkheden waar je aan kunt denken: je kunt aan iemand een bijvoeglijke bepaling bij het zelfstandig naamwoord haat noemen. Daar is weinig tegenin te brengen, maar die ontleding miskent het werkwoordelijke karakter van haat hebben. Doordat hebben weinig betekenis heeft, krijgt haat hebben het karakter van een complex werkwoord. Dan wordt aan iemand dus een los zinsdeel. Wat voor zinsdeel kan dat zijn? Een bijwoordelijke bepaling? Dat zou kunnen, onder de argumentatie dat aan staat voor jegens, of tegen. Dan zou je aan iemand een soort bijwoordelijke bepaling van richting (of doel) kunnen noemen.


Beter lijkt me echter om aan iemand te zien als een voorwerp bij het complexe werkwoord haat hebben. Haat hebben heeft de betekenis van het werkwoord haten, en aan iemand komt dan overeen met het (lijdend) voorwerp van haten. Die ontleding geeft beter weer hoe de zin in elkaar zit. Maar wat voor een voorwerp is aan iemand dan?


Aan iemand begint met het voorzetsel aan, dat kan dus geen lijdend voorwerp zijn. Het is meewerkend of voorzetselvoorwerp. Voor het meewerkend voorwerp spreekt de betekenis (die al in de oudste vindplaatsen te zien is), maar daartegen spreekt het feit dat je aan niet kunt weglaten. Je kunt niet zeggen: ik heb iemand haat.


Voorzetselvoorwerp lijkt dus vooralsnog de beste ontleding. Het zou mooi zijn als we nog eens een keer een constructie tegenkomen als ik heb er haat aan dat het regent, want dan zijn we er helemaal zeker van dat het geen meewerkend voorwerp is. Want het meewerkend voorwerp komt niet voor in die constructie. Of als we lezen: ik heb hem hele dikke haat, want dan is het toch zeker meewerkend
voorwerp.


Tot zolang dus nog enig voorbehoud. Maar toch: respect aan de grammatica!

6 opmerkingen:

  1. Vier resultaten via google voor "er haat aan dat"
    De gemiddelde jongen heeft er haat aan dat ze schattig gevonden worden.
    www.gamekings.tv/forum/viewtopic.php?f=8&t=12608&start=750
    Hij had er haat aan dat ik met een drank geur naast hem kwam liggen, nadat ik eerst nog eens naar de kroeg ging.
    www.quizlet.nl/quiz/329074/tom-en-jij-for-ever-of...72/details.php?...
    trek het me niet aan ook want heb er haat aan dat iedereen daar zit op te kappen van die spellingsfouten niet iedereen is perfect ook . ...
    www.sport25.be/viewtopic.php?f=13&t...st... - Im Cache
    Mehr Diskussionsergebnisse
    Ze heeft er haat aan dat ze op de zolder slaapt. Verbaasd kijkt ze om zich heen. Waar is Robert? Waar zijn die rare bandleden? Waar is íedereen? ...
    rosceanalicious.yourbb.nl/viewtopic.php?f=126&p=61912

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Ton: mooie voorbeelden! Ik vind vier nog wat weinig, en de andere zijn lastiger te zoeken, maar misschien is voorzetselvoorwerp op dit moment inderdaad de beste keuze.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. >Dáár zweer ik haat aan 's lands
    >tirannen.
    Hier zou "aan" ook bij "zweren" kunnen horen. In mijn systeem zit "haat aan" niet, maar de bovenstaande zin vind ik niet (erg) vreemd. Ik zou "haat" hier ook kunnen vervangen door "liefde", "verzet", "wraak" en andere woorden die normaal gesproken niet met "aan" kunnen worden gecombineerd. Je krijgt dan iets als: ik zweer iets, dat doe ik aan 's lands tirannen, en het is haat.
    Ik heb ook even gegoogled. Het viel me op dat er ook een paar zinnen voorkomen met een bijzin die niet door een voornaamwoord wordt aangekondigd. Die klinken me nog vreemder in de oren:
    (1) ik heb zo'n haat aan dat als ik mijn rechter hand vet mooi heb en ik moet met rechts mijn linker hand doen dan mislukt het .
    (2) Wij hebben haat aan dat de dop verkeerd om zit op de fles.
    (3) Heb jij ook zo intense haat aan dat je hara er s'ochtends niet uit ziet.
    (4) hyves voor mensen die haat aan hebben als je tand los zit aan een draadje
    Het zijn natuurlijk te weinig voorbeelden om er iets over te kunnen zeggen of het voornaamwoord weg kan blijven, maar ik ken het verschijnsel ook uit het Noord-Fries:
    (5) südänji hääw ik nuch wat tid for än snååk ma min koleege am oudere poliitische teeme
    (zodanig heb ik nog wat tijd voor en spreek met mijn collega's over andere politieke onderwerpen)
    "Zo heb ik nog wat tijd om met mijn collega's over andere politieke onderwerpen te praten."

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Henk: Het kan ook zijn dat je 'haatzweren' als een werkwoord met voorzetselvoorwerp interpreteert.
    Die gegooglede voorbeelden zijn leuk, en ze wijzen ook in de richting van een voorzetselvoorwerp. Net als: 'Ik heb spijt van dat ik zoiets gezegd heb.'
    Dat Friese verschijnsel, is dat geen geval van achterwaartse samentrekking? Iets als: 'zodanig heb ik nog wat tijd voor [andere politieke onderwerpen] en spreek ik met mijn collega's over andere politieke onderwerpen.'

    BeantwoordenVerwijderen
  5. In dit geval is dat theoretisch misschien mogelijk, maar "än ... teeme" is een normale bijzin in het Fries, waarin de infinitief door een imperatief wordt vervangen. Als je een meervoudig onderwerp neemt, blijft de vorm "snååk" staan en is de samentrekkingsanalyse niet meer mogelijk. Als de constructie je interesseert, kun je wel even mailen, dan stuur ik je er een paper over.
    Ben even gaan zoeken naar "gelooft in dat". Daar geeft aardig wat gevallen van niet door een voornaamwoord aangekondige voorwerpszinnen. In mijn systeem zijn ze allemaal erg raar:
    (1) Je bent vast iemand die gelooft in dat dingen lopen zoals ze moeten lopen.
    (2) Als u optimistisch ingesteld bent, dus gelooft in dat de markt terugkeert naar normale omstandigheden,
    (3) de KKK gelooft in dat elk ander ras dood moet.
    (4) Je bent naief omdat je gelooft in dat elke deelnemer op de markt met nieuws en entertainment handelt uit overtuiging.
    (5) Arend Zeevat is een charlatan die gelooft in dat staatshoofden eigenlijk reptielen zijn,

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Henk: Ah, ik zie het. Dat 'for' is dus het bijwoordelijke deel van een voornaamwoordelijk bijwoord, waarvan het voornaamwoordelijk deel is weggelaten, begrijp ik het zo goed?
    Maar in dat geval is het toch iets anders dan die constructie 'Hij gelooft in dat dingen zo lopen,' want daar is 'in' voorzetsel. Het lijkt me niet 'Hij heeft altijd in geloofd dat dingen zo lopen' maar 'Hij heeft altijd geloofd in dat dingen zo lopen.'
    Ik zie wel dat jouw voorbeeldzin (4) strijdig is met die voorzetselanalyse (omdat 'aan' vóór het hele werkwoord staat), maar die zin vind ik dan ook een stuk slechter dan de andere drie.

    BeantwoordenVerwijderen